Een koude winterdag.
Ik wandel op mijn favoriete plek van Brussel – het Dudenpark.
Ik kom er graag,
als het hoofd vol zit,
en stramme lijf beweging vraagt.
In het park adem ik.
Kinderen op de schouders van hun vaders, moeders in het gras,
mannen leven zich uit op provisoire voetbalveldjes,
honden snuffelen, baasjes fluiten,
liefjes kussen op de natte banken,
een groep joggers blazen wolken,
een verloren hek -rommelig in een vierkant gezet- verspert de weg.
Bij het kruidenplantsoen -aangelegd door ondernemende bewoners-
ruik ik vaag camomille.
Wat een geluk.
Een borstbeeld van Leopold II, op de plek met het beste uitzicht.
Een krant meldde dat de buste van zijn sokkel werd gehaald door activisten
van het collectief Association Citoyenne pour un Espace public Décolonial (ACED).
Als kritiek op het wrede koloniale verleden
van de vorst en van ons land
van ons, van mij.
Een kunstenaar verving het beeld door een exacte kopie.
Hij gebruikte verschillende graansoorten als materiaal.
De vogels pikken het stilaan weg.
De vorst brokkelt af.
Ik wandel verder, even slikken,
mijn genot gedempt.
Loop ik op het verdriet en de pijn van zoveel mensen?
Een historische schuld valt op mijn schouders.
Explanatory text is necessary!
Een erkenning van de wreedheden die miljoenen mensen zijn aangedaan
in een niet zo ver verleden,
gebeurd is zou moedig en groots zijn.
En kan het gesprek een nieuwe eerlijke basis geven.
Met een gevoel van bescheidenheid en verlangen loop ik verder.